artikel 36e wetboek van strafrecht
Ontnemingsvordering wederrechtelijk verkregen voordeel
In toenemende mate worden ontnemingsvorderingen ingesteld met het doel om door misdrijf verkregen vermogen te ontnemen, zodat het plegen van misdrijven niet loont. Indien u bent veroordeeld voor een strafbaar feit en naar inschatting van het OM financieel voordeel hebt behaald, kan de officier van justitie een ontnemingsvordering instellen. De vordering omvat het bedrag dat door het OM (in feite de financiële recherche) is berekend als wederrechtelijk verkregen voordeel uit het strafbare feit waarvoor u bent veroordeeld en/of andere feiten waarvoor voldoende aanwijzingen bestaan dat daar wederrechtelijk voordeel uit is genoten.
Deze ontnemingsvordering betreft uitdrukkelijk geen straf, maar enkel een maatregel om de financiële situatie van vóór deze strafbare feiten te herstellen. De verdachte begint altijd met een wettelijke achterstand omdat het OM in eerste instantie mag volstaan met een schatting van het wederrechtelijk voordeel en het dan aan de verdachte is om de onjuistheid van deze schatting aan te tonen. Dit kan leiden tot gecompliceerde berekeningen en vergt een scherpe verdediging nu ook andere feiten in deze vordering kunnen worden betrokken dan de feiten waarvoor u onherroepelijk bent veroordeeld. Het is dan ook van belang om u bij te laten staan als u wordt geconfronteerd met een ontnemingsvordering.