In de praktijk blijkt dat met name banken hun cliënten met een stortvloed aan vragen kunnen overladen, welke in gevallen zeer vergaand kunnen zijn en door menig cliënt zelfs worden ervaren als een inbreuk op de privacy. De sanctie op niet antwoorden is echter dat de bank haar onderzoek niet volledig kan uitvoeren, waardoor zij op grond van de Wwft verplicht is om de relatie te beëindigen. In het geval de bank de relatie beëindigt, doet zij dit in de praktijk meestal ook veiligheidshalve op grond van de algemene voorwaarden waarbij zij dan gebruik maakt van haar contractsvrijheid. Gezien echter de bijzondere positie die de bank in het financieel economische stelsel inneemt en het belang om aan het girale betalingsverkeer te kunnen deelnemen, is de contractsvrijheid van de bank niet onbeperkt. De wet biedt geen bescherming – zoals bijvoorbeeld in een strafrechtelijk onderzoek – indien een cliënt bezwaar maakt tegen vragen van de bank of de interpretatie van de antwoorden en de daaropvolgende opzegging door de bank. Voor rechtsbescherming bent u derhalve aangewezen op de burgerlijk rechter. Gezien de spoedeisendheid gebeurt dit vrijwel altijd in de vorm van een kort geding. Een dergelijke procedure vraagt vaak een zeer gedetailleerd onderzoek om de rechter te overtuigen van de onjuistheid en/of onredelijkheid van de standpunten van de bank.
De bijzondere positie van de bank in het financieel economisch stelsel brengt niet alleen een verantwoordelijkheid met zich mee jegens bestaande cliënten, maar met name gezien de monopolistische positie van banken bij het verkrijgen van toegang tot het girale betalingsverkeer geldt dat de bank ook verplichtingen heeft tegen derden, de zogenaamde buitencontractuele aansprakelijkheid welke door het Hof Amsterdam in een door ons gevoerde procedure is bepaald.